Journaliste Kim Noach van De Limburger sprak met Raoul Vermeu­len (72), zoon van schilder Petran Vermeulen, en met kunstenaar Patrick Creyghton (86) over de bijzondere dubbel tentoonstelling in Museum Valkenburg.

Met toestemming van De Limburger, Kim Noah plaatsen we met trots het artikel:

Museum Valkenburg opent 5 juli twee tentoonstellingen met kunst van schilders die niet in het ‘Canon van Limburg’ mogen ontbreken: Petran Vermeulen en Patrick Creyghton.

VALKENBURG, DOOR KIM NOACH

Hebben de meeste mensen hun jeugd­ herinneringen in fo­toalbums vastgelegd, voor Raoul Vermeu­len (72) liggen zijn kinderjaren vast op canvas. Hij kan met de vele schil­derijen die zijn vader, (por­tret)schilder Petran Vermeulen, van hem als kind maakte een galerij vol hangen.
Een van de expositieruimtes van het Museum Valkenburg is gewijd aan werk van de bekende kunste­naar Petran Vermeulen (Venray 1915 – Maastricht 1988) die werk maakte dat levendig en kleurrijk was met impressionistische ken­merken. Het was nog een hele klus om te kiezen uit het enorme aanbod, vertelt Resi Vervoort die de over­zichtstentoonstelling samenstelde. Vermeulen maakte niet alleen veel portretten, maar ook vrij werk met stadsgezichten, landschappen en stillevens.

Sabel

Elk werk heeft zijn eigen verhaal, vertelt Raoul terwijl hij langs de schilderijen loopt. Er hangt werk uit Venray (waar Vermeulen geboren werd en opgroeide), uit Antwerpen waar hij student was aan de Acade­mie voor Schone Kunsten. Er zijn landschappen en huiselijke tafere­len te zien uit Maastricht, waar Ver­meulen sinds 1943 woonde.
En er hangen portretten, werk waarmee Vermeulen naam en faam kreeg bij notabelen, directeuren en kerkleiders. Zoals het ‘Napoleonti­sche’ portret van de oud­burge­meester Willem Michiels van Kes­senich van Maastricht, compleet met steek en sabel. Raoul: „Die steek en sabel lagen bij ons thuis, in het atelier. Mijn broer en ik speelden ermee totdat plotseling het sabel in tweeën brak. Mijn vader was woe­dend. Voor straf moest ik mee naar de edelsmid: ‘Hier, deze boef heeft het sabel vernield. Hij betaalt de re­paratie uit zijn eigen spaarpot.’ Nu had ik helemaal geen spaarpot… En gelukkig kon het gemaakt worden.” Het beroemdste ‘model’ van Ver­meulen is ongetwijfeld koningin Ju­liana. Zij raakte onder de indruk van zijn werk na een bezoek aan Venray, waar zijn schilderijen hingen. Ver­meulen mocht Juliana twee keer portretteren, in 1958 voor – toen nog de zelfstandige – gemeente Schaes­berg en in 1966 voor Roermond. De twee doeken zijn helaas niet in Valkenburg te zien, omdat ze zoekge­raakt zijn, tot ontsteltenis van zoon Vermeulen. „Hoe kun je nu zo on­zorgvuldig met kunst omgaan?”

Patrick Creyghton

In de aanpalende expositieruimte staan de Limburgse landschappen van Patrick Creyghton (86) uit Eckelrade centraal. Zijn grote can­vassen getuigen vanwege hun vele details en realisme stuk voor stuk van monnikenwerk. Zeven maan­den is Creyghton (zijn naam komt van Schotse voorouders) soms met een doek bezig. Als hij voor het eerst de tentoonstellingsruimte binnen­ loopt, wordt hij ­ bescheiden mens dat hij is ­overrompeld. „Zo veel sa­men, dat ben ik niet gewend. Het meeste werk dat ik maak, verkoop ik onmiddellijk.” Daar komt bij dat het 38 jaar geleden is dat zijn werk in een solo­expositie te zien was.

Wie naar zijn werk kijkt, heeft geen zenmeditatie meer nodig, de kunst­ werken ademen een weldadige rust uit. Je voelt in het museum bijna de wind door de velden met klaproos­ jes golven. Bijzonder aan deze expo­sitie is dat veertig werken uit privé­ collecties komen, vertelt curator Vervoort.
Zelf is Creyghton het meeste ver­knocht aan zijn winterlandschap­pen. „Ik ben een diepgelovig mens en de winter in al zijn soberheid brengt het leven terug tot de kern. Onder die deken van sneeuw ligt een landschap waaronder de grond het verborgen werk al in gang gezet is met nieuw leven. De puurheid van de winter, de landschappen en de natuur, het zit heel dicht bij mijn ziel. Die winterlandschappen zijn mijn ode aan de Schepper.” Hij glimlacht: „Ja, mét hoofdletter.”
Creyghton praat vol passie over zijn werk, zijn inspiratiebronnen zoals de favoriete locaties waar hij zijn landschappen graag schildert: de Banholterheide, bij Hoogcruts met uitzicht op Beutenaken. Bij elk doek weet hij nog precies waar het is ge­maakt. „Ieder landschap is een ver­haal op zich.” Hij wijst naar een winterlandschap uit 2000 dat hij bij Hoogcruts maakte: „Ik weet nog dat het zo ijzig was buiten dat ik er een flinke kou aan overhield.”
Bij een doek staat hij iets langer stil, het is een prachtig lentetafereel, bo­men getooid in een roze bloesem. „Dit is het enige schilderij waar ik drie jaar aan gewerkt heb. Dit heb ik in 2014 gemaakt nadat mijn vrouw was overleden. Ik weet nog dat ik de kale bomen in één keer opgezet heb, het stroomde zo uit mijn vingers. Ik kon geen woorden aan mijn verdriet geven, maar wel schilderen. Na drie jaar had ik mijn rouw verwerkt en was het tijd om de bloesem erbij te schilderen. Toen had ik het gevoel: nu is mijn vrouw bij God, bij het licht.”

De exposities met werk van Vermeulen en Creyghton zijn te zien t/m 4 oktober. Kijk hier voor meer informatie: https://www.museumvalkenburg.nl/agenda/patrick-creyghton-een-poetisch-realist en https://www.museumvalkenburg.nl/agenda/veelzijdig-schilder-tussen-traditie-en-vernieuwing-door-petran-vermeulen/

Tekst Kim Noah, foto Johannes Timmermans